Wanneer je schildert, hangt de kwaliteit van het resultaat niet alleen af van je eigen werk maar ook van externe omstandigheden. Vooral als je beslist om buiten te schilderen, is het belangrijk om daar rekening mee te houden. Anders loop je het risico dat al je hard labeur niets oplevert en je opnieuw moet beginnen. De temperatuur, het weer en een aantal andere omgevingsfactoren zijn de belangrijkste aandachtspunten.
Schilderen doe je om te beginnen bij de juiste temperatuur: tussen 10 en 20 °C is ideaal. Temperaturen hoger dan 20°C doen de verf sneller drogen, wat tot strepen en lasvorming (duidelijk zichtbare overlappingen door het rollen van de verf) leidt. Onder de 10°C drogen watergedragen buitenlakken niet goed meer. Watergedragen buitenmuurverven drogen niet meer onder de 5°C. Hou er dus rekening mee dat de temperatuur niet te veel zakt, ook in de uren na het schilderen.
Lakverven op solventbasis (vb.Carat, Elastosatin, …) hebben, naast een juiste temperatuur en verluchting, ook licht nodig om te drogen. Schilder daarom niet te laat op de dag. Zo kan de lak de voldoende tijd drogen vooraleer het donker en koeler wordt.
Bij regen of mist schilder je best niet. In beide gevallen is de luchtvochtigheid 100%, waardoor de verf niet droogt. Ook bij kans op regenweer neem je best geen risico.
Schilderen in de zon zorgt ervoor dat de verf zeer snel aanpakt, waardoor in het eindresultaat strepen en lasvorming kunnen ontstaan. Te sterke opwarming van een vers geschilderd oppervlak kan ook nadelig zijn. Een te snelle droging kan in dat geval blaasvorming veroorzaken. Schilder dus, zowel op muren als op hout, bij voorkeur nà de zon.